Als er één plek is waar vrouwen al decennia weten hoeveel macht er in de pen verscholen ligt, dan is het wel Utrecht. Van de heksenkelder tot het vrouwenstudies departement, in Utrecht hebben vrouwen succesvol ruimte toegeëigend om hun verhalen te kunnen delen. Vorige week was daar de lancering van de eerste publicatie van de kersverse feministische uitgeverij Chaos. De drie Utrechtse vrouwen die dit mogelijk gemaakt hebben, Sayonara Stutgard, Thalia Ostendorf en Yael van der Wouden, zijn bekende gezichten in lokale literaire en feministische kringen.
DOOR EMMA VAN MEYEREN
Beeldcredit Caecilia Rasch
In de Utrechtse literaire vrouwenbeweging wordt een gewoonte doorbroken, ontstaan er nieuwe tradities en worden sommige vrouwen opgenomen in de literaire canon. Met de nadruk op sommige; de beweging focuste zich vooral op de witte heteroseksuele vrouw, waardoor er niet voor alle vrouwen meer ruimte kwam in het literaire veld. Daar probeert uitgeverij Chaos verandering in te brengen, en wel met de publicatie van een essay dat geschreven is door één van die vrouwen die wel in die canon terecht gekomen is: Virginia Woolf.
In de nieuwe vertaling van A Room of One’s Own (1929), Een kamer voor jezelf, is daarom een voorwoord opgenomen door twee Nederlandse feministen: Prof Gloria Wekker en Simon(e) van Saarloos. Zij nemen de relevantie van het essay voor de huidige generatie onder de loep en laten daarmee ook de tekortkomingen van wit feminisme zien.
Dipsaus sprak met de oprichters af om over hun ontstaansgeschiedenis en idealen te spreken, de intimidatie vanuit het literaire establishment te analyseren en te reflecteren op ons gedeelde feministische gedachtegoed, een eeuw na Woolf.
Hoe zijn jullie op het idee gekomen om een uitgeverij te starten?
Sayonara: “We waren bij een presentatie over uitgeverij Sara in boekhandel Savannah Bay. Uitgeverij Sara was een feministische uitgeverij die van 1977 tot 1987 heeft bestaan. Toen we daarover hoorden dachten we: is het eigenlijk niet een idee om zoiets weer op te zetten? Een paar dagen later kwamen Thalia, Yael en ik bij elkaar en de rest is geschiedenis.”
EVEN VOORSTELLEN
In de tijd dat uitgeverij Sara opgezet werd zag het feminisme er heel anders uit, het was een andere golf en er stonden andere onderwerpen op de agenda. Zo omschreven de oprichters van Sara zichzelf als een “expres gekozen homogene groep binnen de vrouwenbeweging om sektarische twisten te voorkomen” en waren zij bovendien expliciet politiek gekleurd als “feministisch socialistisch”. Heeft Chaos ook een politieke kleur?
Sayonara: “Ik denk dat we allemaal wel links zijn… toch?”
Thalia: “Ja, we zijn allemaal links!”
Yael: “Ja, maar we zijn niet homogeen. Wij zijn onderling geen homogene groep maar ook de mensen om ons heen zijn eigenlijk juist niet homogeen. De hele bedoeling van onze golf is ook om aan te kaarten dat het homogene ideaal juist helemaal niet is wat we willen van ons feminisme. Ik denk dat het daarom heel belangrijk is om iets te creëren dat niet alleen wit en socialistisch is.”
En hoe kwamen jullie op de naam Chaos?
Thalia: “Chaos is een naam die we gekozen hebben uit de Griekse mythologie. Het is het begin van alles, een beetje de big bang van de mythologie. Voor chaos was er niets, en daarna komen er meerdere Goden uit deze eerste God voort. Hoewel Chaos soms als vrouwelijk aangeduid wordt was ze eigenlijk onzijdig. Chaos is dus het begin van iets, voordat je weet wat het is.”
Maar jullie hebben het vast ook gekozen vanwege de connotatie met iets dat de gebruikelijke gang van zaken in de war schopt…
Yael: “Zeker! We zien Chaos als creatie. Aan de ene kant heb je het ontwrichtende element van chaos en aan de andere kant de creatie: het begin van iets nieuws.”
Wie zijn jullie persoonlijke literaire rolmodellen?
Thalia: “Voor mij is dat Margaret Atwood. Ze trekt concepten zo mooi uit elkaar terwijl ze midden in een verhaal zit. Dan zijn er moment waarop je heel erg op de woorden zelf gaat letten vanwege de manier waarop ze het over dingen heeft. Ik vind het fijn dat het literatuur is en dat ze goede verhalen kan schrijven maar je ook heel erg op de taal gaat letten terwijl je haar werkt leest.”
Sayonara: “Voor mij is het Roxane Gay denk ik… maar dat is misschien meer vanwege haar zelf! Ze schrijft non-fictie maar wel literaire non-fictie. Ik vind het vooral mooi dat zij zoveel schijt heeft aan alles, daar kan ik wel iets van leren.”
Yael: “Ik zit heel erg in het hoekje van vrouwen die specifieke ervaringen door de lens van magie beschrijven. Her Body and Other Parties van Carmen Maria Machado is echt één van mijn favoriete boeken. Maar in dezelfde trant kun je bijvoorbeeld ook Toni Morrison’s Beloved noemen. Het super-magische realisme vind ik heel interessant.”
Waarom hebben jullie ervoor gekozen om Virginia Woolf’s A Room of One’s Own, een essay dat vaak bekritiseerd is vanwege de beperkte rol die klasse, ras en imperialisme spelen in de tekst, opnieuw te vertalen naar het Nederlands?
Yaël: “Die kritiek is juist precies wat we aan hebben willen kaarten met het nieuwe voorwoord. Dit essay laat zien hoe onze feministische geschiedenis eruit ziet en dat is belangrijk, maar tegelijkertijd willen we ook dat er ruimte is om dat te bekritiseren. Door Simon(e) van Saarloos en Prof Gloria Wekker te vragen om een nieuwe introductie hopen we dat gesprek mogelijk te maken. Het doel van deze introductie is dat het essay in de context van nu en in de context van Nederland geplaatst kan worden. Aan de ene kant kan het dus een echo creëren doordat we in deze tekst kunnen zien wat nog steeds de problemen zijn waar vrouwen tegenaan lopen die willen schrijven. Aan de andere kant willen we ook laten zien welke onderdelen van deze tekst we absoluut niet achter staan, zoals dus die beperkte kijk op de positie van vrouwen van kleur en tot slaaf gemaakte vrouwen.”
Sayonara: “Bovendien willen we het essay aanvullen met nieuwe essays over hetzelfde onderwerp die we online plaatsen.”
Thalia: “Ik hoop dat, zonder dat we geheel concluderend tegen onze lezers zeggen hoe ze naar dit essay moeten kijken, het nieuwe voorwoord het begin van een gesprek kan zijn.”
Denken jullie dat er voor literaire teksten zoals die van Woolf een speciale rol weggelegd is om deze gesprekken te starten en vorm te geven?
Thalia: “Ja, wij kwamen dus op het idee voor deze uitgeverij tijdens een presentatie over uitgeverij Sara en toen ik de boeken van die uitgeverij zag viel het me op hoe gedateerd ze nu zijn. Doordat ze heel specifiek politiek-sociaal over een bepaald moment gingen, zijn ze nu eigenlijk niet zo interessant meer. Ik denk dat het vijf à tien jaar precies het goede punt heeft gemaakt maar nu verdwijnt het eigenlijk een beetje. Bij literatuur heb je toch een tijdlozer element. Een verhaal hoeft niet op die manier te verouderen.”
Sayonara: “Voor mij is het ook heel erg dat ik verhalen zou willen uitgeven die ik zelf zou willen lezen. Dat mis ik gewoon heel erg in literair Nederland. Representatie is zo belangrijk!”
Welk aspect van Een kamer voor jezelf denken jullie dat het meeste resoneert in onze tijd?
Thalia: “Ik denk dat ik het vooral heel bijzonder vind dat je tijdens het lezen vergeet dat het 100 jaar geleden geschreven is. Dat is natuurlijk verontrustend, je beseft je dan dat er eigenlijk niet zo heel veel veranderd is.”
Yael: “Ik vind het heel mooi hoe ze je aan de hand neemt en op een andere manier naar de geschiedenis laat kijken. Er is een stukje waarin zij het heeft over heksen die verbrand zijn, over de zussen van beroemde schrijvers en schrijvers die we niet kennen - dat zijn allemaal schrijvers die nooit een pen in de hand hebben gekregen. Zij geeft deze vrouwen een ruimte en maakt dit heel helder via haar sprekende stijl. Ze doet ons echt denken aan de schrijvers die nooit zijn geweest.”
Thalia: “Dit doet me ook denken aan de lezing van mijn moeder, die het vooral opviel hoe Woolf de zus van Shakespeare het leven in roept. Dat is eigenlijk geniaal…”
Als we het dan toch hebben over dingen die niet zoveel veranderd zijn in de afgelopen 100 jaar, de reactie van de witte mannen uit het literaire establishment op jullie lancering was, op z’n zachtst gezegd, niet bepaald lovend. Jullie intersectioneel feministische uitgangspunt werd omschreven als ‘de nieuwe apartheid’ en leek het bloed onder de nagels van sommige schrijvers en uitgevers vandaan te halen. Verbaasde deze reacties jullie?
Sayonara: “Ik was er op voorbereid maar toen het eenmaal kwam dacht ik toch “shit… wat moet ik hiermee?” Het verbaast je uiteindelijk toch dat mensen zo kortzichtig zijn.”
Thalia: “Ja, dat iemand ons werk zo haat maar dan toch de moeite neemt om er een reactie op te geven.”
Yael: “Ik denk dat ik vooral verbaasd was hoe erg ze het leken te vinden dat wij zijn gestart met onze eigen uitgeverij. Er is zo’n grote discrepantie tussen de woede die dit opleverde en onze realiteit. Wij zitten hier met z’n drieën op de bank, met 300 euro en een fiets die we gebruiken om onze boeken zelf te distribueren. We doen het gewoon echt zelf… De reactie voelde dus vooral heel onevenredig aan wat wij (kunnen) doen.”
Sayonara: “Wat ik vooral erg vond was dat iemand onze kijk op publiceren omschreef als een marketing truc. Alsof dit niet echt is waar wij voor staan. Ik vraag me dan af waarom wij niet in onze eigen vijver mogen vissen. Dat doen witte mannen die een uitgeverij hebben toch ook?”
Die discrepantie die jij omschrijft Yaël, die doet erg denken aan de paradox die Prof. Wekker omschrijft in Witte Onschuld. Zoals zij in de eerste zin van dat werk schrijft, gaat Witte Onschuld over “een sterke paradox die in Nederland bestaat en die in het hart van de natie ligt: de passie, kracht en zelfs agressie die ras, in zijn intersecties met gender, seksualiteit en klasse, onder de witte bevolking oproept, terwijl tegelijkertijd de reacties van ontkenning, loochening en ontwijking hoogtij vieren.”
Sayonara: “Ja, misschien ligt het dus ook wel aan wie het zegt. Het lijkt wel alsof ik geen mening mag hebben omdat ik een vrouw van kleur ben. Das Mag heeft een paar jaar geleden precies hetzelfde gedaan als wij nu proberen te doen, en daar had niemand kritiek op. Toen stond iedereen te juichen.”
Wat willen jullie, naast het publiceren van verhalen die nu geen ruimte krijgen, veranderen in het literaire veld?
Sayonara: “Een paar dingen. Ten eerste wil ik volgend jaar op het boekenbal zijn en dan wil ik niet de enige vrouw van kleur zijn die daar rondloopt. Daar ben ik echt klaar mee. Ten tweede denk ik dat literatuur er voor kan zorgen dat je wereld een beetje breder wordt. En als je dan andere verhalen aanbiedt dan hoop ik dat de samenleving misschien wat aardiger naar elkaar toe kan worden. Dat je niet de hele tijd uit hoeft te leggen waarom zwarte piet racisme is maar mensen dat gewoon gaan begrijpen, omdat ze elkaars verhalen kunnen lezen. Ten derde hoop ik dat we een veilige plek kunnen bieden aan schrijvers. De literaire wereld kan zo hard zijn, en sommige schrijvers durven zich daardoor niet te ontwikkelen. Ik hoop dat wij daar een verschil in kunnen maken.”
Dat brengt ons dan gelijk weer terug naar ruimte, het thema van jullie eerste publicatie en de lancering van die publicatie. Jullie hebben die avond eigenlijk jezelf helemaal geen podium gegeven. Het eerste gedeelte van de avond ging over Virginia Woolf en het tweede gedeelte van de avond was een feminist open mic. In plaats van spreken over het maken van ruimte brachten jullie dit dus gelijk in praktijk. Wat denken jullie dat het belangrijkste is aan het creëren van ruimte voor elkaar?
Sayonara: “Ik denk dat het belangrijk is dat een ruimte veilig aanvoelt.”
Yael: “Ja, en ik denk ook dat wij proberen om actief mensen naar voren te roepen in zo’n ruimte. Als je mensen kent waarvan je weet dat zij normaal die kans niet krijgen, dan proberen we die een plek te geven.”
Sayonara: “Precies, en ik denk dat het belangrijk is dat we daarbij elkaar vertrouwen geven. Dat we elkaar laten weten dat het belangrijk is wat we doen, en elkaar laten weten dat we het kunnen.”
Yael: “Wij komen zulke goede schrijvers tegen, die bijna nooit te horen krijgen dat ze het kunnen. Ik denk dat we heel direct zien wat het effect is als er dan iemand is die zegt: jij kunt dit ook. Zo groeien we.”
5 Boeken die volgens Chaos niet kunnen ontbreken in Een kamer voor jezelf…
1. Roxane Gay - Bad Feminist
2. Gloria Wekker - White Innocence
3. Chimamanda Ngozi Adichie - We Should All Be Feminists
4. Margaret Atwood - The Handmaid's Tale
5. Carmen Maria Machado - Her Body and Other Partie
Emma van Meyeren is een schrijver en onderzoeker. Haar werk kun je vinden in Glamcult, de School blog en Noisey. Van de schrijver Sara Ahmed heeft zij het label ‘feminist killjoy’ geleend en deze draagt zij met trots.