FWB-Zoned

Daten in de Polder is de nieuwe rubriek waarin Maggie Bishop haar eindeloze reeks aandoenlijke, hilarische, bizarre en – laten we hopen – leuke avonturen met mannen met jullie deelt. Lees Maggie's verhaal om te begrijpen hoe een vrouw ongewild in een Friends With Benefits situatie terecht kwam en kijk of jij de waarschuwingssignalen kunt herkennen. Leer van haar fout en voorkom het zelf! Maggie Bishop studeerde internationale betrekkingen aan de Universiteit van Amsterdam en werkt als Policy Advisor.

Door Maggie Bishop

Ok. Ik weet niet eens of ik dit wel durf te vertellen, want dit wordt ongetwijfeld mijn meest sneue verhaal ever. Mijn vrienden, of beter gezegd mijn vriendinnen, weten het allemaal al. En ik heb het, maar aan één van mijn mannelijke vrienden durven te vertellen. En die keek me aan alsof ik net had gezegd dat ik geen idee had dat water nat was. De medelijdende blikken en de “Jeetje Maggie dat heb je toch meteen door?!” achtervolgen me nog steeds…

Dit verhaal gaat over hoe ik een FWB werd, zonder dat ik het zelf doorhad.

[insert facepalm]

Ik voelde me namelijk helemaal niet een “friend” en ik weet ook niet wat de “benefits” nou precies waren. Ja, de seks was goed, nee, écht goed. Misschien wel té goed nu ik erover nadenk. Wellicht was ik gewoon een klein beetje dickmatized en daardoor niet zo oplettend? Of was ik onduidelijk? Dat overkomt mij snel als ik iemand echt leuk vind: ik wil het beeld in mijn hoofd niet verstoren en slik mijn twijfels in, stel geen vragen, stel niets ter discussie. Dit is overigens een hele omslachtige manier om te zeggen dat ik bijna dood ging van verlatingsangst en/of bindingsangst… Hoewel… ik dacht nu juist dat ik vrij snel aangaf hoe ik mij voelde. Hele lappen tekst om 4uur ’s ochtends [insert another facepalm], vol analyses van my innermost feels. Maar geen enkel vraag  aan hem gericht, want te bang voor het antwoord. En dit alles via WhatsApp, mensen! WHATSAPP.

Echt, Djiezus!

Waarom zulke lange epistels om 4 uur ’s morgens? Het antwoord is vrij eenvoudig: ieder normaal mens slaapt en ik weet zeker dat niemand zal reageren, wat betekent dat ik ruim de tijd heb om het te wissen voordat hij wakker wordt en het leest…! Genius, right?! Ware het niet dat ik uiteindelijk niets heb gewist, maar hem met regelmaat bombardeerde met mijn emotionele diarree. M’n monologen waren misschien een beetje too needy.

Hij (Ik heb nog geen bijnaam hoewel Fukcboi Supreme, FS for short, well een hele goeie zou zijn. Bitter much? LOL) is zelf een man van weinig woorden. Hij FaceTimede mij liever lachend om te vragen wat er aan de hand was, als ik weer eens al mijn verwarrende liefde in een WhatsApp-bericht had uitgekotst. En dan voelde ik mij eigenlijk wel weer ok.

Of… ben ik toch ten prooi gevallen aan een fukcboi, die precies op de wonden drukte die nog niet genezen waren? Of is dit een manier om maar niet de hand in eigen boezem te steken?

Dit verhaal gaat alle kanten op. Laat mij bij het begin beginnen. De Naamloze leerde ik kennen in de nazomer van 2018 op een verjaardagsfeest van een gezamenlijke kennis. Hij was mij direct opgevallen, maar vond hem een beetje té knap en té popi voor m’n doen. Daarom negeerde ik hem de hele avond, totdat het tijd werd om naar huis te gaan. De gezamenlijke kennis droeg hem min of meer op, om mij naar huis te brengen, aangezien we bij elkaar in de buurt bleken te wonen. Ik vond het wel best, het was al laat, een lift naar huis sloeg ik niet snel af. In zijn auto babbelden we over van alles, koetjes en kalfjes, chitter chatter, luchtig. Hij rook heel lekker en hij had prachtige tanden, lange wimpers en kuiltjes in zijn wangen als hij lachte. Goeie schouders ook. En dijen. Ik weet nog dat ik dacht: ‘Waar zit je met je hoofd Maggie?’ en moest lachen om mezelf.

Hij stopte voor mijn huis en ik boog voorover om hem te bedanken en een knuffel te geven. Hij rook zo lekker dat ik extra diep inademde  (laat me!), maar omdat ik een beetje verkouden was, hoorde je een vreemd reutelend geluid. Hij schoot in de lach en vroeg of ik aan hem zat te snuffelen. Grinnikend gaf ik toe dat ik dat inderdaad deed.

Voordat ik de deur opende, zei hij: “Ik vraag straks wel om je nummer.” Ik vroeg waarom. "Omdat ik graag een keertje met je wil bowlen.” BOWLEN! Ik schoot in de lach en zei dat nog nooit iemand mijn nummer heeft gevraagd om te gaan bowlen. Ik moest nog harder lachen. Maar hij was serieus. Hij bleek lid te zijn van een bowlingvereniging in Almere. Ik gaf hem mijn nummer en stapte uit.

We zijn nooit gaan bowlen. Onze agenda’s leken onverenigbaar. De eerste twee afspraken moest ik afzeggen. De derde, vierde, vijfde en zesde poging zegde hij af vanwege familietoestanden. We waren inmiddels zes weken verder van afspraken maken, appen en verschuiven. Dit had eigenlijk een voorbode moeten zijn. De zevende poging strandde ook al vanwege een deadline. Waarop hij voorstelde alleen heel even langs mijn huis te rijden en een kopje thee te komen drinken.

Ik stemde in …en werd verliefd. Gewoon zomaar ineens.

Verliefdheid overvalt mij altijd, het is alsof ik keihard tegen een dichte deur aanloop en duizelig word. Het is niet altijd leuk en voelt ongecontroleerd, onlogisch en direct. Zonder waarschuwing voelde ik vlinders en werd ik warm van binnen als ik aan hem dacht. Ik probeerde zelfs telepathische berichten te sturen, in de hoop dat hij me zou appen of bellen.

Ik zat te kirren als een baby als hij ‘Goedemorgen Schatje’ appte of een suikerzoete plaatje van twee beertjes in een rood hart met “Goodmorning, I love you” naar mij stuurde. ( Die plaatjes zijn echt vreselijke…kijk maar.)

Elke ochtend lag ik te wachten op zijn “Goedemorgen liefje” of “Goodmorning Sweetness”. Gevolgd door een “Hoe heb je geslapen?” en iets over hoe mooi hij mij vond en niet kon wachten tot ik de teringzooi in mijn slaapkamer had opgeruimd en hij heel misschien een keer mocht blijven slapen en naast me wakker worden. Meer had ik niet nodig. I am such a basic b*tch sometimes. Mijn love language is duidelijk Words of Affirmation. In mijn hoofd was ik al “his & her” theekoppen aan het bestellen.

Ondertussen bléven onze agenda’s onverenigbaar en het leek wel of er altijd iets tussen kwam. Te druk, familie, werk, kinderen, noem maar op. Dacht ik. Ik stelde eigenlijk al niets meer voor, maar werd afwachtend. Na elke afzegging lukte het hem trouwens wel altijd om een gaatje te vinden voor een potje seks op mijn spiksplinternieuwe roze bank. Mijn slaapkamer was nog steeds een puinbak en ik wist eigenlijk niet helemaal zeker of ik hem wel in mijn bed wilde hebben. De berenplaatjes werden minder, de FaceTime-belletjes ook. Zijn aandacht leek te verslappen.

De gaatjes tussendoor werden steeds minder. Ongeveer toen begonnen de boekwerken op WhatsApp. Er was iets veranderd en ik voelde me onzeker. Zo af en toe een potje vurige seks op bank was gewoon niet genoeg. Dit kabbelde maanden zo voort, en dat schreef ik hem dus ook.

Hij wilde praten omdat schrijven niet zijn ding was. Op mijn bank vertelde hij me dat hij me mooi en slim en sterk en zorgzaam vond. En dat we vrienden waren.

Ik moest lachen. Zorgzaam? We brachten nooit samen tijd door, hoe had hij die conclusie nou weer getrokken? Typisch iets voor mij om me volledig op het verkeerde onderwerp te focussen. Hij ging verder en zei dat hij mijn berichten goed had gelezen, maar dat hij mij toch vaker moest zien en beter leren kennen voordat er bij hem sprake kon zijn van verliefdheid.

”Misschien moeten we een keer iets gaan doen, buiten...” zei hij terwijl hij met zijn wimpers wapperde en mij aankeek met een blik alsof hij het zelf ook niet geloofde.

”Vrienden?!!” herhaalde ik. ”Iets gaan doen?! We zijn helemaal geen vrienden. En jij kan nooit”, mompelde ik.

“Ja", zei hij, ”We zijn toch vrienden met een beetje extra.” En toen viel het kwartje pas. Ik was een FWB en ik had het niet eens door.

Insert millions and millions of facepalms, please.