Alcoholgebruik in de studentencultuur: “Drink je niet? Doe niet zo weak!”

Overtollig alcoholgebruik is de norm in het Nederlandse studentenleven, echter kan niet iedereen zich vinden in deze studentencultuur. Helaas wordt er nog weinig rekening gehouden met studenten die niet meedoen met een drankje. Honorary Dipsauser en oud stagiaire Shara Gaffaf werpt hier een kritische blik op en maakt ook de vergelijking tussen Nederland en de VS.

door Shara Gaffaf

In 2018 begon ik met veel plezier en vol verwachtingen aan mijn studie politicologie aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). De films en de verhalen van mijn vader over het studentenleven hadden mij klaargestoomd om naar de universiteit te gaan en de tijd van mijn leven te hebben. Ik zou onder andere nieuwe vrienden maken, mijn man ontmoeten en verloofd zijn in deze periode aan de universiteit…what a joke!. De realiteit ontvouwde zich toch iets anders. Eenmaal op de UvA kon ik mijn plek niet vinden als student van kleur met een Koerdische achtergrond. Het was opvallend en verbazend om te realiseren dat ik een van de weinige Nederlanders van kleur was. Ik kwam dan ook in een identiteitscrisis terecht. Ben ik moslima? Ben ik Nederlands? Hoe ben ik Koerdisch? Zoals het hoort had ik mij aangemeld voor de intreeweek van de UvA, met de gedachte, deze week wordt fantastisch. Nieuwe vrienden maken, leuke spelletjes spelen om de andere nieuwe studenten beter te leren kennen, maar deze week viel tegen voor mij.

Als kersverse student deed ik uiteraard mee met de introductieweek van de UvA. Maar ik kwam er gauw achter dat veel onderdelen en spelletjes van deze intreeweek gepaard gaan met alcoholgebruik. Het leek allemaal vooral te gaan over wie met wie zou gaan en veel drank. In de avond werden er kroegentochten georganiseerd waarbij verschillende studentenverenigingen eigen vaste kroegen bezochten. Ik vertrok dan weer naar huis, omdat ik de sfeer en de muziek niet voelde. Ik kreeg de indruk alsof het ging om wie het stoerst was door over zijn of haar eigen grenzen heen te gaan met onder andere drank en ik viel duidelijk buiten deze norm. Mensen leken minder geïnteresseerd in een gesprek en leken anders naar mij te kijken als zij er achter kwamen dat ik niet dronk. Dan vroegen mensen of het door mijn geloof komt, maar in mijn geval is dit zelfs niet het geval. Ik ben wel islamitisch, maar ik drink niet vanwege religieuze principes. Ik drink niet, omdat ik dit vanuit huis niet heb mee gekregen. 

Mensen leken minder geïnteresseerd in een gesprek en leken anders naar mij te kijken als zij er achter kwamen dat ik niet dronk. Dan vroegen mensen of het door mijn geloof komt, maar in mijn geval is dit zelfs niet het geval.

Het eerste wat mij opviel aan het studentenleven: stoerdoenerij en de drankcultuur. Iets wat ik sinds de middelbare school meemaakte maar nog heftiger ervaarde in het studentenleven in Amsterdam. Er wordt continue druk uitgeoefend op elkaar door mensen om te drinken en om met die en die te gaan. Als iemand niet wil drinken, vraagt men het nog vier keer en worden er opmerkingen gemaakt zoals “doe niet zo stom en saai!”. Godzijdank weet ik goed mijn grenzen aan te geven, maar dat het zo normaal is om druk te blijven uitoefenen als iemand niet wil drinken, is apart om te zien. En dan zijn er de mensen die tegen mij zeggen: “Shaar, zo knap dat je nooit drinkt. Ik heb daar zoveel respect voor.” wat erg leuk is om te horen. Maar als diezelfde mensen vervolgens anderen pushen om te blijven drinken met “doe niet zo zwak, doe niet zo stom en saai” voel ik mij voor de gek gehouden. 

Later in mijn studie heb ik een aantal keer geprobeerd om bij de borrels van mijn studievereniging in de kroeg te bonden, maar dit viel tegen. Dezelfde soort stoerdoenerige cultuur en eentonige muziek waren aanwezig. Er werd veel gedronken en de muziek bestond onder andere uit Nederlandse volksmuziek, nummers van de jaren ’70 en zo nu en dan Beyoncé. Er heerste geen inclusieve sfeer met een diverse muziekplaylist waar op gedanst kon worden zoals afrobeats en latin muziek. Ik kan het een hele avond naar mijn zin hebben in de kroeg of de club als er muziek wordt gedraaid waar ik op kan dansen en mensen open zijn andere perspectieven in gesprekken, maar dit is vaak niet het geval. Zuipen lijkt een van de belangrijkste kenmerken van het studentenleven te zijn en de muziek is meestal niet divers. 

Er werd veel gedronken en de muziek bestond onder andere uit Nederlandse volksmuziek, nummers van de jaren ’70 en zo nu en dan Beyoncé. Er heerste geen inclusieve sfeer met een diverse muziekplaylist waar op gedanst kon worden zoals afrobeats en latin muziek.

Voor de duidelijkheid, het is niet altijd de drank waaraan ik mij erger. Mensen kunnen drinken als zij dat willen maar het is vrij irritant wanneer mensen zich stoerder en beter voelen dan mensen die niet drinken en druk blijven uitoefenen op mensen die niet willen drinken. Ik heb enkele keren meegemaakt dat ik het oprecht naar mijn zin had in een kroeg en dat was omdat men net zo geïnteresseerd was in mij als de rest die wel dronk en ik werd niet beoordeeld op basis van of ik dronk of niet. Ik heb toen erg veel gelachen, omdat er leuke groepen mensen waren waar ik bij aan kon sluiten en waar ik de ruimte kreeg om mee te doen in het gesprek. In juni 2021 is de UvA gekomen met een nieuw beleid, waarin alcoholgebruik niet de sociale norm is aan de universiteit. Dit riep veel weerstand op bij een hoop mensen. Het is goed van de UvA om te streven naar een non-alcoholische norm. Het zou ook fijn zijn als studentenverenigingen en de UvA intreeweek meer rekening houden met de rol van alcohol in veel activteiten. Bijvoorbeeld, de mama’s & papa’s die de eerstejaars studenten begeleiden in de UvA intreeweek zouden ook hun groepjes kunnen laten meedoen aan leuke non-alcoholische activiteiten zoals bubbelvoetbal. Mama’s & papa’s zijn de oudere studenten van de UvA die de eerstejaars studenten begeleiden in de UvA intreeweek. 

Concluderend, de afgelopen vijf maanden heb ik tijdelijk gestudeerd aan Hofstra University in Long Island, New York. Het is hier niet heel anders dan in Nederland als het gaat om de studentencultuur en de hoofdrol die alcohol hierin speelt. Echter, hier op Hofstra waren er wel meer diverse studentenverenigingen waarin alcohol niet een (grote) rol speelde in hun activteiten zoals de studentenverengingen Nari en MENASA. Bijvoorbeeld, in deze twee studentenverenigingen was er meer focus op studenten met elkaar verbinden door hilarische spelletjes om hun ervaringen te delen over bepaalde onderwerpen. Er zullen mensen zijn die nu denken “wat een saaie serieuze meid”. Maar, naar mijn mening hoeft lol hebben als student niet gelijk te zijn aan de norm van alcohol + met zoveel mogelijk mensen gaan + dood in de hoorcollege zitten de volgende dag (dit wordt letterlijk bevestigd en geromantiseerd in elke Amerikaanse film over het campusleven). Lol is ook nuchter helemaal losgaan op jouw favoriete nummer of nuchter een potje bubbelvoetbal spelen tijdens de UvA intreeweek. Tot slot, oordeel en behandel mensen niet anders op basis van of ze wel of alcohol willen drinken door hun geloof, mentale gezondheid of welke reden dan ook en sta ook open voor non-alcoholische activiteiten.  


Shara Gaffaf studeert momenteel politicologie aan de Universiteit van Amsterdam. Ze is ook als stagaire werkzaam geweest bij zowel Pakhuis de Zwijger als Dipsaus Podcast. Shara is co-founder van het platform BEITNA. Haar roots zijn Koerdisch uit Noord-Irak. Ze houdt van presenteren, debatteren, praten en schrijven over bi-culturele identiteit, taboes voor en over een rechtvaardige samenleving.