Salsa-Joris

Daten in de Polder is de nieuwe rubriek waarin Maggie Bishop haar eindeloze reeks aandoenlijke, hilarische, bizarre en – laten we hopen – leuke avonturen met mannen met jullie deelt. Maggie Bishop studeerde internationale betrekkingen aan de Universiteit van Amsterdam en werkt als Policy Advisor.

Door Maggie Bishop

Een tijdje terug kwam ik een tweet tegen met de vraag: ‘Hoeveel jaar gaat de salsa, bachata en kizomba-rage nog duren bij heteromannen?’ En hoppa, ik moest meteen aan ‘Salsa-Joris’ denken. Maar, misschien is het goed om eerst even te vertellen wie ik ben. Mijn naam is Maggie Bishop, 47 jaar, hetero tegen wil en dank met een dramatisch vermoeiend liefdesleven. Al schijnen mijn vrienden er wel lol om te hebben.

Goed, Salsa-Joris dus.

Ik denk met grote irritatie terug aan Joris, met wie ik een tijdje, tegen beter weten in, aan het daten was en die mij verbijsterd aanstaarde toen ik zei dat ik geen salsa kon dansen. Wat ik natuurlijk bedoelde was dat ik geen salsa met hem wilde dansen. Want, ik ruik wankele motoriek op 10 kilometer afstand. Maar niet getreurd hij zou het mij wel even leren. Joris was namelijk dé salsa-master van Amsterdam oost. Tenminste, dat vond hij zelf. Hij had immers les gehad van echte Cubanen en was met zijn ex op dansvakantie geweest naar Cuba. Hij had zelfs Spaans geleerd!!.

Geduldig deed Joris de pasjes voor in de woonkamer. Het lukte mij maar niet om de pasjes te onthouden, Joris te volgen en tegelijkertijd te luisteren naar de muziek zonder op zijn tenen te trappen. Ik begon het gevoel te krijgen dat Joris helemaal niet luisterde naar de muziek of ook maar iets deed met maat en ritme. Consequent draaide ik opgewekt links als Joris naar rechts wilde. Eerst tot amusement en later tot frustratie van Joris.

‘Hoeveel jaar gaat de salsa, bachata en kizomba-rage nog duren bij heteromannen?’
— Twitter

Zijn vorige vriendinnen waren allemaal veel beter in het salsa-gebeuren en reageerden steevast dol-enthousiast als Joris zijn moves uit de kast haalde. Ze schenen dingen te roepen als “Oh wat kun je dat goed Joris’’ en “Joris waar heb je zo goed leren dansen?”. Ik geloofde er niets van. Het lag misschien toch aan mijn roots, zo stelde Joris vast. Immers kwam ik uit Suriname en tja dat was nou niet echt de bakermat van de salsa, daar waren ze tóch iets minder verfijnd. Aldus Joris onze deskundige op het gebied van Midden en Zuid - Amerikaanse danscultuur uit Bovenkarspel nu woonachtig in Amsterdam.

Niet veel later bleek dat Joris ondanks zijn jarenlange ervaring en ingebeeld succes bij de dames (want oh, oh, oh wat zitten die zwarte vrouwen toch te springen om een witte man die salsa kan dansen) toch niet zo goed was als hij zelf dacht. Eeuwig zonde dat zijn laatste vriendin hem niet eerlijk had verteld, dat het hardop tellen van Joris behoorlijk afleidde van het dansen en hij voortdurend uit de maat bewoog. Nu aan mij de schone taak om hem alsnog uit zijn salsa-droom te helpen. 

Eindelijk mocht ik een keer mee met Joris. Nooit zal ik zijn getergde blik vergeten toen Yanko, de Cubaan van wie Joris alles had geleerd, hem op de schouder tikte, mijn hand pakte en mij de rest van de avond alle hoeken van de danszaal liet zien. Ik wuifde een paar keer vrolijk naar Joris en genoot! Ik mocht nooit meer mee met Joris naar het danscentrum in Amsterdam Oost.

Dansclubs in de polder

En dan heb ik het nog niet eens gehad over de dansclubs in de polder, waar ze nietsvermoedende witte mannen lokken naar salsa-lessen. Mannen die zich dan vervolgens genoodzaakt voelen om elke enigszins niet-witte vrouw lastig te vallen met hun net aangeleerde danspasjes. Als je per ongeluk in dorpstaveerne De Ark je nietsvermoedend staat te vervelen tegen de muur tijdens de kermis, moet je direct bij de eerste tonen van de ‘Lambada’ zorgen dat je doet alsof je nét je enkel verstuikt hebt. Werkt fantastisch. Het is mij echt een raadsel hoe mensen zo vreselijk uit de maat kunnen dansen en dan tóch blij kijken.

‘Bachata Rosa’ van Juan Luis Guerra is ook altijd goed voor een sprintje naar de toiletten. Er is namelijk altijd wel een Benno de Boer in de buurt, die nét terug is van zijn weekje Curaçao waar hij met zijn maten zo ‘énorm heeft genoten van de gastvrijheid van de Mensuh’. KOTS

En ja, ik heb heus wel gezien dat je je al 20 minuten in het zweet staat te dansen omdat het in die strandtent op Mambo Beach ook zo goed werkte. Well, not today Benno! Dit is gewoon De Lantaarn in Schagen. En ’t kan me geen donder schelen dat je vorige week hebt ontdekt dat je zwarte vrouwen ook aantrekkelijk vindt... Gaat heen Benno, gaat heen!

Oh shit! Benno ziet mijn verschrikte blik aan voor een aanmoediging. Hij baant zich al a-ritmisch hip-thrusting mijn kant op. Lichte paniek. Zit niets anders op dan de enige zwarte man, laten we hem Jason noemen, die je kent van een uitgebreide tong-sessie toen je 17 was, in de armen te vallen en te vragen of hij je vriendin misschien ergens heeft gezien. Helaas is hij jou ook niet vergeten en sta je het volgende half uur noodgedwongen krampachtig geïnteresseerd te luisteren naar zijn levensverhaal vol ellende. Je bff, die eerder de benen heeft genomen, is ondertussen nog steeds nergens te bekennen en Benno staat uit de maat heupwiegend zijn kans af te wachten achter de pilaar met knipperende feestverlichting en plastic klimop.

Het verhaal van Jason is zo verschrikkelijk saai dat ik alle levensvreugde uit mij voel wegvloeien en er werkelijk alles voor over heb om weg te komen bij Jason. Nou ja, bijna alles...Want net wanneer ik mij omdraai omdat ik mijn vriendin in mijn ooghoek zie, lispelt er iemand in mijn oor; ’Jij kan vast net zo goed dansen als Sjékieraah. Hips don’t lie”

NOT TODAY BENNO! NOT TODAY!

Ik vrees dat we nooit meer van die salsa-ende witte heteromannen zonder ritmegevoel afkomen. We moeten ons erbij neerleggen.