Exclusief voor Dipsaus ging filosoof Grâce Ndjako in gesprek met de top vier BIJ1 kandidaten voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2021. Naast oprichter en lijsttrekker Sylvana Simons willen o.a. Jeanette Chedda, Rebekka Timmer en Quinsy Gario de Tweede Kamer in namens BIJ1. Sylvana, Jeanette, Rebekka en Quinsy bespreken onderwerpen als activisme, de Black Lives Matter-beweging en intersectionaliteit. Ook gaan ze in op wat er nu mist in de politiek, opportunisme van de gevestigde partijen, wat ze met zich meebrengen en waarom zij zich kandidaat willen stellen.
door Grâce Ndjako
2020 een bewogen jaar noemen is een understatement. Ik merk dat ik het zelf ook vrij lastig vind om te beseffen hoeveel er dit jaar is gebeurd. Een jaar dat nog niet eens voorbij is. Het is het jaar van een wereldwijde pandemie, Covid-19, dat in veel landen tot hoge sterftecijfers heeft geleid. Het jaar van wereldwijde Black Lives Matter protesten naar aanleiding van een schrikbarend geval van politiegeweld tegen de Afro-Amerikaanse George Floyd en het is het jaar van een Amerikaanse presidentiële verkiezing, die mogelijk weer historisch zal zijn. Al deze gebeurtenissen spelen zich af in één jaar. Op social media zie ik mensen regelmatig de opmerking maken dat ze hopen dat 2020 snel voorbij zal zijn. Ze hopen dat 2021 beter zal zijn. Kunnen we hoopvol zijn? Misschien dat 2020 slechts wat al veel langer verkeerd gaat blootlegt.
Het zijn grote gebeurtenissen, waar generaties nog lang met de gevolgen zullen moeten leven. Toch zullen ook deze gevolgen niet voor iedere groep even ingrijpend zijn. In de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Frankrijk wordt de zwarte bevolking disproportioneel zwaar getroffen door Covid-19. De Black Lives Matter-protesten vonden plaats omdat zwarte mensen in de VS, Nederland en andere landen vaker slachtoffer zijn van politiegeweld. Vooral gemarginaliseerde groepen, zoals migranten, zullen getroffen worden door een mogelijke tweede termijn van Donald Trump.
In een wereld die steeds meer met elkaar verbonden is hebben al deze fenomenen ook invloed op wat er in Nederland gebeurt. Hebben zwarte mensen hier toegang tot een goede zorgverlening? Welke stappen worden er hier ondernomen om politiegeweld tegen te gaan? Hoe zit het hier met de opkomst van extreemrechts?
Het zijn vragen die kunstenaar performance dichter en schrijver Quinsy Gario zichzelf ook stelt. Het zijn vraagstukken die er mede toe hebben geleid dat hij de stap naar de politiek zette en zich als BIJ1 kandidaat verkiesbaar te stellen voor de komende Tweede Kamerverkiezingen. Samen met Sylvana Simmons, Rebekka Timmer en Jeanette Chedda vormen ze de top vier van BIJ1. Op het moment van dit interview ligt de definitieve rangschikking nog niet vast. Er komt nog een Algemene Ledenvergadering. Quinsy hoopt het vertrouwen van de leden te krijgen en wilt graag als nummer 2 de campagne in.
Ik spreek de top vier in Utrecht waar de kandidaten die dag ook een fotoshoot hebben. Sylvana schuift later aan bij het gesprek.
- Zouden jullie jezelf kort kunnen voorstellen?
Rebekka: Ik ben Rebekka. Ik ben in Hilversum geboren en getogen. Ik ben nu 2 jaar lid van BIJ1 en ik zit in het bestuur.
Jeanette: Ik ben Jeanette Chedda en ik kom uit Delft. Ik ben webredacteur van beroep en ik ben disability rights activist. Op dat gebied is er nog een hoop werk te verrichten. Eigenlijk had ik nooit nagedacht over politiek betrokken raken tot deze vacature bij BIJ1.
- Quinsy, de meeste mensen kennen jou al. Zou je jezelf toch nog even kort kunnen voorstellen?
Quinsy: Ik denk dat de meeste mensen mij een beetje kennen als een soort van luis in de pels. Ik vroeg me af hoe het kwam dat in de landen om ons heen kunstenaars heel vaak betrokken zijn in de politiek, maar dat het hier in Nederland eigenlijk niet zo is. Ik vroeg me ook af hoe het komt dat wij de facto kolonies hebben, maar het niet zo wordt benoemd en we constant het idee aan eilanden proberen mee te geven dat ze autonomie hebben, terwijl hier in Nederland alles wordt besloten. Er was maar één partij die daar constant oog voor had en die de tafel omver wilde gooien.
- Quinsy, ben je ook niet bang voor je eigen positie als kunstenaar? Wat mij namelijk opviel was dat toen jij je voor het eerst politiek uitsprak, dat niet alleen je kunst werd aangevallen, maar ook jouw positie als kunstenaar.
Quinsy: Ik denk wel dat wat het mooi maakt aan de deelname aan de verkiezingen namens BIJ1, is dat je omringd wordt door mensen die vanuit hun eigen vak, eigen inzichten en kennis ook constant vragen blijven stellen over dit soort zaken en hoe ze zelf gedefinieerd willen worden. Ik denk ook dat BIJ1 een partij is die constant de ruimte wil geven aan onze achterban om zelf te kunnen definiëren wie, wat en waar we zijn. Dit is een partij van de mensen die gemarginaliseerd en buitengesloten worden. Ik denk dat de top vier zoals we die nu hebben mooi is in dat opzicht. Dus de manier waarop we vanuit onszelf kunnen spreken. Niet namens een gemeenschap willen spreken, maar wel de verantwoordelijkheid dragen in de zin dat we snappen wat onze positie betekent op zo’n zichtbare plek.
- Rebekka, jij bent raadslid geweest bij de SP. Je hebt de SP verlaten en bent overgestapt naar BIJ1. Wat was de reden hiervoor?
Rebekka: Ik denk dat er een ideologisch conflict gaande was en nog steeds is binnen die partij, waarin het gaat over in hoeverre deze partij er nou daadwerkelijk voor iedereen is. De partij noemt zich socialistisch, een partij van gelijkwaardigheid en solidariteit, maar die waarden vind je daar niet meer.
Die waarden vond ik wel bij BIJ1. Een partij die daadwerkelijk kapitalisme afwijst en die daadwerkelijk inziet dat racisme en kapitalisme onlosmakelijk verbonden zijn. We zijn een partij die bestaat uit mensen om wie het gaat. We praten niet over mensen, maar met mensen. Dat doen we doordat we alles aan elkaar verbinden. Kapitalisme, racisme en validisme zijn allemaal systemen die met elkaar in verbinding staan. Je kunt niet het ene aanpakken zonder het andere aan te pakken. Die intersectionaliteit is wat in de kern zit.
- Jeanette, jij gaf aan dat validisme jouw invalshoek is. Jij vindt dat er in Nederland weinig aandacht is voor deze problematiek. Hoe is jouw activisme begonnen?
Jeanette: Ik denk dat ik altijd wel een activistische inslag had, maar ik denk dat ik het voor het eerst als activisme ben gaan zien toen ik naar mijn eerste Women’s March ging. Dat was in 2019. Ik wilde altijd al naar een demonstratie, maar had nooit het idee dat ik daar veilig heen kon gaan. Totdat een vriendin mij vroeg of ik mee wilde gaan. Ik heb daar een speech gezien van Annika Mell en dat was de eerste keer dat ik me zo aangesproken voelde tot een speech. Er ging echt een hele wereld voor me open. Ik kreeg nieuwe hoop en ik wilde daar meer mee.
- Waar ging de speech over?
Jeanette: Over dat we sick and tired zijn om altijd maar aan de zijkant te staan en te zien hoe de hele wereld doet wat ie doet, maar geen enkel moment nadenkt over of iedereen dat wel kan.
Ik was sinds mijn 16e al maatschappelijk betrokken. Tijdens mijn opleiding deed ik veel vrijwilligerswerk in Amsterdam om ervoor te zorgen dat ik ervaring kon opdoen op het gebied van radiomaken. Daar kwam ik hele andere soorten mensen tegen dan de mensen die ik ken uit Den Haag. Door die jongerengroep raakte ik ook betrokken bij onderwerpen waar ik nooit echt over nadacht, maar wel mee te maken had. Activisme is bij mij een beetje dubbel. Het liefst zou ik andere dingen doen.
- Zoals?
Jeanette: Een zorgeloos leven leiden. Me niet bezighouden met opkomen voor de rechten die ik al in de basis zou moeten hebben. Tegelijkertijd krijg ik echt wel veel energie van de mensen die ik in de afgelopen jaren ben tegengekomen.
Rebekka: Het is een noodzaak.
Jeanette: Ja, het is een noodzaak, precies. De mensen die ik ontmoet, daar krijg ik energie van. Daar leer ik nieuwe dingen van. Het brengt heel veel, maar tegelijkertijd kost het ook heel veel. Ik heb het idee dat ik soms dingen heel makkelijk laat lijken, alsof het me makkelijk afgaat, maar dat is helemaal niet zo.
- Quinsy onderschrijf je dat dubbele gevoel? Hoe ervaar jij dat?
Quinsy: Bij mij is het een beetje anders. De noodzaak sowieso. Ook hier gaat het erom hoe ik ervoor zorg dat meer mensen zich gehoord en gevoeld voelen binnen het publieke arena. Het dubbele gevoel is dat we een hoop bagger over ons heen krijgen. Het blijft moeilijk, omdat sommige mensen heel kwaadwillend zijn en dingen willen houden zoals ze zijn, omdat ze nou eenmaal bovenaan de piramide staan. Echter, onderaan de piramide zijn we met meer. Dat wil ik constant benadrukken. Ik haal er energie uit wanneer mensen naar me toe komen en zeggen: ‘Tof wat je allemaal doet!’. Het gaat dan niet eens om mij, maar dat zij zich gehoord voelen. Ik denk dat BIJ1 juist dat gevoel weer oproept bij mensen. We doen het heel vaak tegen wil en dank. Tegelijkertijd is de dank die we krijgen onbetaalbaar.
- Wat is de noodzaak die jullie ervaren? Zouden jullie deze kunnen typeren?
Jeanette: Het komt bij mij van binnen. Ik word er ook door gedreven. Ik vind ook niet dat ik een keus heb.
Rebekka: Ik denk dat het ook van buiten komt, toch? Het feit dat er een samenleving is die dusdanig onrechtvaardig is, dusdanig ongelijkwaardig is, dat er geen andere manier is dan dat vechten ook overleven is. Misschien is het iets heel menselijks, de drang naar vrijheid, de drang naar zekerheid.
Quinsy: Ik denk dat bij mij die noodzaak toch weer neerkomt op wat Amilcar Cabral altijd zei: ‘Mensen vechten niet voor hele ideologische of salonfähige ideeën, abstracte ideeën. Het gaat om daadwerkelijk brood op de plank en een goed leven voor mensen om je heen’. Ik denk dat bij mij de noodzaak komt van het zien en meemaken dat er mensen zijn die ik ken, die constant door het systeem in Nederland, onderaan de ladder worden gezet. Iedereen hoort een menswaardig bestaan te kunnen opbouwen in Nederland en in het Caribisch gebied. Hoe kunnen we politici hebben die zoveel geld per jaar verdienen en vervolgens willen gaan korten op de bijstand, korten op voorzieningen van mensen in de WAO? Dit systeem is onrechtvaardig. Je moet die basisbehoeften kunnen veiligstellen en die zijn nu niet veilig.
- Waarom heb je dan nu besloten om politiek actief te worden binnen BIJ1 en niet eerder?
Quinsy: Ik was er zelf niet eerder klaar voor. Ook vind ik dit het moment omdat we zien hoe fascisme de rest van de wereld aan het aanpakken is. Hoe gaan we dit aanvechten? Er is geen andere partij die fascisme in Nederland zo kan aanpakken als BIJ1.
Rebekka: We zitten op een punt in de geschiedenis om te zeggen dat we lang genoeg hebben gekeken hoe de rijken rijker worden. We hebben lang genoeg gekeken hoe mensen worden onderdrukt. Het is tijd om er een punt achter te zetten door te kiezen voor een alternatief. Dat alternatief, daar gaan we niet meer op wachten.
Jeanette: Het is nu gewoon tijd voor verandering en er moet plaats gemaakt worden voor de stemmen die zo lang niet gehoord zijn. Omdat we een betere representatie verdienen dan wat we nu hebben. Toen ik de vacature zag, voelde ik me in eerste instantie niet aangesproken. Ik zag mezelf niet terug in de politiek. Het heel erg ver van mij af. Ik heb echt veel gesprekken nodig gehad om uiteindelijk te solliciteren. Door BIJ1 ben ik me gaan beseffen dat mijn bijdrage een verschil kan maken.
- Met wie waren deze gesprekken?
Jeannette: Mensen van BIJ1, mensen uit mijn eigen omgeving en mensen uit activistische kringen. Ik heb het echt stap voor stap bekeken. De angst was eerst groter dan de excitement, maar de excitement werd groter dan de angst. Ik werd erg enthousiast over het partijprogramma. Ik heb nog nooit een partijprogramma gelezen die zo expliciet aandacht besteedt aan disability rights en dat is echt way overdue. Ik stond helemaal los van de politiek. Hetzelfde heb ik als ik naar persconferenties van Rutte luister. Ik heb echt het gevoel dat hij in een heel ander land leeft. Het sluit niet aan bij mijn leefwereld. Hij maakt mij boos.
- Rebekka deel jij dit gevoel ook?
Rebekka: Tien jaar Rutte heeft wel bewezen dat hij in een andere wereld leeft dan de rest van Nederland. De praktische problemen van mensen, die heel aanwezig zijn in hun levens, daar heeft hij geen oog voor. Bij hem gaat het erom hoe hij ervoor kan zorgen dat hij multinationals een extra jaar van belasting kan ontzien en wat hij kan doen om er zo snel mogelijk voor te zorgen dat KLM weer kan vliegen midden in een pandemie.
(Sylvana die eerder een shoot had met de fotograaf schuift nu aan)
- Rebekka, je vertelde eerder dat jij inzag hoe al deze verschillende vormen van onderdrukking met elkaar verbonden zijn. Hoe ben jij in aanraking gekomen met de theorie van intersectionaliteit?
Rebekka: Ik heb heel veel mogen leren van heel veel mensen, van activisten, van Sylvana. Eigenlijk de hele beweging. Ik ging vroeger bij de SP, omdat ik vond dat er problemen zijn in deze samenleving die opgelost moeten worden. Maar die verbanden zien, daar heb ik veel over geleerd sinds die tijd.
- Hoe zit het bij jou Jeanette? Is Interectionaliteit iets waar jij je al langer mee bezig hebt gehouden of iets wat je later hebt geleerd?
Jeanette: Ik denk niet dat je dat zo kan zeggen. Ik heb een aantal identiteiten in me. Ik ben een gehandicapte vrouw van kleur. Het is misschien niet heel gepast om te zeggen, maar ik zeg altijd dat ik meerdere hokjes check. Ik heb het al in me. Om erover te lezen en ermee in aanraking te komen als activist zijnde, dat heb ik mogen leren van andere mensen in de disability community. Maar het gaf me woorden voor wat ik al ervoer.
- Dus het was niet iets nieuws als ik het goed begrijp? De woorden zijn nieuw, maar wat er beschreven werd, dat ervaarde je al?
Jeanette: Dat ervaar ik al. Dus ook die verbanden waar Rebekka het over heeft, die ben ik daardoor wel duidelijker gaan zien. Hoe het allemaal invloed op elkaar heeft. Ik heb geleerd dat er een term voor is.
(Jeanette verlaat hierna tijdelijk het interview voor haar sessie met de fotograaf)
- Hoe was het voor jou Sylvana?
Sylvana: Ik denk dat ik eigenlijk hetzelfde proces heb doorgemaakt als Jeanette. Een geleefde werkelijkheid. Waar taal aan gegeven werd op het moment dat ik in contact kwam met de term intersectionaliteit: het werk van professor Kimberlé Crenshaw. We krijgen steeds meer taal om te verwoorden wat we al heel lang leven. We waren nog wel op zoek naar een gemeenschappelijke term. Een overkoepelende analyse. Die vind ik in intersectionaliteit. Het gaat niet altijd over het hebben van die identiteiten, maar het effect ervan op je alledaagse ervaringen. Voor mij werd het daarmee ook belangrijk om dit in te zetten. Het is een mooie tool om verschillende identiteiten mee te verenigen. Om er een maatschappelijk debat mee te voeren. Ik zag dat het politiek nog geen plek had. Dat het in de politiek gebruikelijk is om juist heel gefragmenteerd naar doelgroepen, problematiek en oplossingen te kijken.
- Welke schrijver heb je als eerste erover gelezen?
Sylvana: Eigenlijk niet een schrijver die expliciet de term intersectionaliteit gebruikte. Er zijn natuurlijk veel schrijvers, vooral zwarte vrouwelijke schrijvers bij wie dit een thema is in hun werk. Van Toni Morisson tot Audre Lorde. Als je het werk van Toni Morisson leest dan gaat dat ook over intersectionaliteit. Zij gebruikte weliswaar nog niet de term, maar laat wel de verbanden zien tussen gender, sociale klasse, kleur en zelfs religie.
- Quinsy, kan jij vertellen hoe jij in aanraking kwam met de term intersectionaliteit?
Quinsy: Ik heb les gehad van professor Gloria Wekker. Ik heb aan de Universiteit Utrecht gestudeerd. Zij was toen hoofd van GAM (Gender Ethnicity and Migration). Je kreeg het bij haar vak, met de paplepel ingegoten dat intersectionaliteit niet een identiteitsmarker is, maar een analysemiddel om te kijken naar onderdrukking. Het gaat niet om het verzamelen van verschillende identiteiten, maar om na te denken over de kruispunten van onderdrukking, op basis van categorieën waarop de samenleving zichzelf rangschikt. Wij zijn een partij die intersectionaliteit omarmt. Een partij die dat weigert te doen achterloopt en creëert een Nederland waar niet iedereen gezien en gehoord wordt.
- We zagen veel framing en afleiding in de media en politiek na het Black Lives Matter-protest op de Dam. Men had het over de zogenaamde onverantwoordelijkheid van de demonstranten wegens Corona. Toen bleek dat het wel meeviel, zijn ze het allemaal gaan hebben over de uitspraken van Akwasi. Ook is er veel kritiek geweest op burgemeester Halsema. Sylvana, jij zit in de gemeenteraad waar er stevige debatten zijn geweest. Hoe heb jij dat ervaren?
Sylvana: Ik heb dat ervaren als iets wat we al kennen, namelijk dat elke gelegenheid werd aangegrepen om het niet te hebben over het gigantische signaal dat Nederlandse burgers hebben afgegeven. De reactie die loskwam, is een reactie die je bijna standaard kunt noemen. Het is onze taak om de focus iedere keer terug te leggen op waar het werkelijk over gaat.
De focus moest eigenlijk liggen op de inhoud; namelijk dat we in Nederland ook te maken hebben met institutioneel racisme en buitensporig politiegeweld met de dood tot gevolg. Het is niet alleen maar iets uit het buitenland. Ten tweede; als zoveel mensen zich roeren, juist in een periode waarin veel restricties zijn en mensen zeggen: ‘Ik ga toch. Ik moet mijn stem laten horen!’, dat vind ik een erg sterk signaal. Ik vind dat de overheid dat signaal dient op te pakken.
Rebekka: Onze taak is inderdaad om het terug te brengen naar waar het echt over gaat. Andere partijen, zoals GroenLinks en PvdA komen dan met driepuntenplannen en denken het te hebben opgelost. En dat is het dan ook gelijk. Aan ons de taak om ook dan, wanneer de PvdA denkt het probleem te hebben opgelost, te zeggen het probleem is niet opgelost.
Sylvana: Dat is denk ik ook de kracht van BIJ1. We zijn intrinsiek antiracistisch, intrinsiek feministisch, omdat we van binnenuit over de systemen praten en niet alleen over de gevolgen van die systemen. Dus hoeven wij momenten zoals de Black Lives Matter-demonstraties niet uit te buiten. Wij hoeven niet door middel van een puntenplan proberen te bewijzen dat we antiracistisch zijn.
Daar moet ik ook nog aan toe voegen, dat toen BIJ1 begon, het woord activisme aan onze partij werd gekoppeld, alsof het een smet was. Het was dus prachtig om te zien dat wij zoveel activisten in Nederland hebben. Dat mensen trots waren dat zij daar hadden gestaan. Dat ze zich hadden uitgesproken.
Er zijn meerdere partijen die voortkomen uit activisme, maar die hebben ook heel snel hun best gedaan om dat van zich af te schudden. Ik wil het graag vieren. Ik wil het ook eren. BIJ1 heeft zichzelf ten doel gesteld om datgene wat door middel van activisme geagendeerd wordt, politiek vervolg te geven.
Quinsy: Als we het over activisme hebben, vergeten we vaak dat de wereld zoals we die kennen gevormd is door activisme. We hebben de 8-urige werkdag omdat activisten zeiden: “Wij willen niet langer uitgebuit worden!”. Dus het hele idee dat activisme een vies woordje is, dat klopt niet. Wat je tegelijkertijd ziet is dat activisme voor de partij niet een modegril is. Het is een staat van constant ageren tegen onderdrukking en uitbuiting.
- De protesten hebben ook gevolgen gehad. Black Lives Matter roepen is niet meer zo controversieel. Steeds meer beroemdheden en politici zeggen het openlijk. Ook veel bedrijven deden op Instagram mee met #BlackOutTuesday. Hoe staan jullie daar tegenover? Vinden jullie dat een goede ontwikkeling?
Sylvana: Ik vind het een goede ontwikkeling dat steeds meer mensen en bedrijven zich uitspreken. Ik vind het ook een ontwikkeling waar we altijd kritisch op moeten blijven. Het is heel goed dat verzet meer mainstream wordt. Dat het minder controversieel wordt. Wederom aan ons de taak om mensen bij de les te houden. Het is leuk als je één keer een zwart blokje op je Instagram zet, maar daar heeft echt helemaal niemand wat aan als je niet ook in actie komt. Natuurlijk ben ik blij met elke kleine overwinning. Of het nou een commerciële organisatie is die zegt wij stoppen met het verspreiden van de afbeelding van blackface in de vorm van zwarte piet, dan juich ik. Maar dat wilt niet zeggen dat het daar stopt of dat we stoppen met vragen stellen. Integendeel, ik vind dat een ingang om nog meer bewustwording te brengen. Het is slechts een startpunt.
Rebekka: We kunnen het toejuichen dat het meer mainstream wordt en het verzet tegen racisme breder gedragen wordt. Tegelijkertijd moet het niet vercommercialiseerd worden. Wokeness moet niet tot een product gemaakt worden. Juist het kapitalisme zorgt inherent voor racisme en ongelijkheid.
Quinsy: Eens. Het is goed dat iedereen zich uitspreekt. Ik denk dat daar ook een moment bijhoort, waar mensen nadenken over hoe zij eerder hebben bijgedragen aan de onderdrukking van mensen van kleur, vrouwen, non-binaire personen en trans mensen. We zien dat veel mensen willen meedoen zonder verantwoording te nemen voor het feit dat ze zelf ook betrokken zijn bij de situatie die we willen veranderen. Een voorbeeld is natuurlijk VVD’er Klaas Dijkhof die ook een zwart blokje plaatst en vervolgens diezelfde week nog van alles gaat roepen over migranten en statushouders. De solidariteit die we willen creëren en koesteren is niet onvoorwaardelijk.
Sylvana: Toen ik Dam-debat voerde in de Amsterdamse gemeenteraad, was op hetzelfde moment als het protest in Amsterdam Zuid-Oost. Terwijl ik daar zat te bepleiten dat het voor veel mensen belangrijk is, was het zichtbaar dat het voor veel mensen belangrijk is.
Het mooie vind ik ook dat de hypocrisie wordt blootlegt. We hebben het als partij ook uitgesproken toen we zagen dat er zoveel politici waren die opeens allemaal quotes van Martin Luther King en Angela Davis uit de kast trokken. Alle partijen die erbij waren, ernaar stonden te kijken en nu opeens ook op de antiracisme bandwagon willen springen. Zij zijn voor een groot gedeelte medeverantwoordelijk voor de situatie zoals die nu is. Dat zien gelukkig steeds meer mensen.
Quinsy: Ik denk ook dat zichtbaarheid op alle terreinen belangrijk is om dat te benadrukken. Ik denk ook dat de aanwezigheid van Jeanette op die lijst, en het werk dat zij doet zo belangrijk is.
Sylvana: Het kan niet zo zijn dat je voor de buitenkant iemand neerzet, omdat die in het plaatje past van een intersectionele filosofie. Het is echt niet gezegd dat mensen van kleur altijd het juiste doen voor mensen van kleur. Het is niet zo dat we nooit vertegenwoordigers van kleur hadden. Nu hebben we veel vrouwen in de Tweede Kamer, maar als iedereen zich dan vervolgens conformeert aan een giftig systeem, dan heb met je je aanwezigheid alleen niets gewonnen. Als ik als vrouw ook een blauw pak en een stropdas omdoe en ik vanuit het kapitalisme, de competitie, met het spel meedoen, dan heeft niemand gewonnen. Daarom zeg ik altijd: Wij zijn niet gekomen om het spel mee te spelen. Wij zijn gekomen om het spel te veranderen.
Quinsy: Ik denk ook dat veel politici, die nu in de kamer zitten, het zien als een spel die hen niet raakt. Ze beslissen over onderwerpen waar zij niet de gevolgen van ondervinden. Juist daar zit het probleem: de manier waarop politiek in Nederland is opgezet.
In de Tweede Kamer worden er allemaal dingen geroepen over het Caribisch gebied. Onder andere dat ze niet volwassen genoeg zijn om hun autonomie te kunnen dragen. Constant wordt er een nieuwe generatie politici op de Caribische eilanden afgerekend op de daden van hun ouders, terwijl wij hier in Nederland zeggen dat we geen excuses willen aanbieden voor slavernij en kolonialisme want “dat is iets van vroeger”. Als het ene argument geldt voor de een, dan moet het bij de ander ook gelden. Dat gebeurt nu niet. Dat is de hypocrisie die we blijven benoemen.
- Eerder had je het over dat je de activistische achtergrond van de partij wilt eren en vieren en dat je het in stand wilt houden. Maar er zijn meerdere partijen die vanuit een activistische achtergrond zijn ontstaan en die dit van zich af hebben geschud.
Sylvana: De opdracht om daar niet aan ten prooi te vallen is aan onszelf. Onze beslissingen treffen ons. Dat is wat ons bij de les houdt. Als er beslissingen worden genomen over gender en we hebben daar een vergadering over, dan beslissen we dat met mensen die het treft.
Rebekka: Ik denk ook dat die opdracht blijft. Het parlement is een middel, maar niet het doel. We hebben een doel en dat moet voor ogen blijven. Op het moment dat we als andere partijen het middel tot het doel verheffen, dan gaat het fout. Dan gaat het alleen nog om meer zetels behalen, meer leden trekken, meer geld maken als partij.
Quinsy: Wij gaan niet als andere kleine partijen meedoen aan kabinetten om het mee doen en daarmee onze idealen verloochenen. Het gaat ons niet om macht voor de macht, maar om macht voor verandering.
Sylvana: Ja, veranderingsmacht. Veel mensen maken de fout en denken dat wij de Tweede Kamer in willen om de minister-president te leveren. Wij willen de kamer in om maatschappelijke veranderingen door te voeren. Het gaat daarbij om jezelf onnodig maken. Het grootste succes dat we als BIJ1 kunnen behalen is als we over vijftien jaar niet meer nodig zijn. Dan hebben we het goed gedaan. Niet als we over vijftien jaar een minister-president aanleveren.
Quinsy: De beste activisten maken zichzelf vervangbaar. Hen gaat het niet om een plek op het podium of name recognition, maar het probleem waar zij tegen ageren opgelost wordt. Wij zien problemen die we willen oplossen. Ik denk ook dat wij de beste ideeën daarvoor hebben.
(Sylvana verlaat het interview weer voor een vervolgshoot)
- De laatste keer is het niet gelukt om een zetel te behalen. Hoe gaan jullie het dit keer anders doen?
Rebekka: Sinds 2017 zijn we natuurlijk ontzettend gegroeid. De partij bestond toen pas drie maanden. Sindsdien hebben we heel veel leden bijgekregen, zijn we gegroeid in mensen, ideeën en organisatie. We staan er echt anders voor dan vier jaar geleden. Hierdoor is de ruimte om zetels te behalen vergroot.
- Een aantal van jullie zijn in het verleden te gast geweest bij Dipsaus Podcast. Sylvana is in het verleden geïnterviewd voor de podcast. Toen waren Ebissé en Mariam kritisch over het defensiebeleid van BIJ1. Denkt BIJ1 er nog hetzelfde over? Dat er meer geld moet naar defensie?
Rebekka: Dat hebben wij nooit gevonden, dat er meer geld moet naar defensie. Wel dat het anders georganiseerd zou moeten worden. Daar is wel iets in veranderd. Vier jaar geleden stond er in de stemwijzer dat BIJ1 een Europees leger wilde. Dat willen we niet, van dat idee zijn we af. We hebben breder nagedacht, dieper nagedacht. We willen desinvesteren in oorlogvoering. Je moet geen oorlog voeren, maar je geld in sociale doeleinden investeren. We hebben nu de tijd gehad om hier goed en zorgvuldig over na te denken en onze standpunten uit te werken. In 2017 is het snel gegaan. In drie maanden moesten we er snel wat over vinden.
- Quinsy, jij hebt recent een interview gehad met Dipsaus en premier van Sint Maarten over het Caribisch gebied. Is dat nog iets wat we terug zullen zien in het partijprogramma van BIJ1?
Quinsy: Ja. Er is een hoofdstuk over, met best wat radicale punten. Juist ook om de relatie tussen Nederland en de eilanden te herzien. Ik kan er nu niet veel over zeggen.
- Mijn laatste vraag: Waar putten jullie hoop uit?
Rebekka: Ik put ontzettend veel hoop uit wat we hier neerzetten iedere dag. Met onze vrijwilligers en lokale afdelingen. Het lijkt soms een race die eeuwig duurt, maar we mogen ook af en toe de successen vieren en kijken hoe ver we gekomen zijn. We mogen de kracht van onze beweging vieren. Dat het echt structurele verandering gaat opleveren.
Quinsy: Het intergenerationele contact vind ik heel mooi. De mensen die voor ons hebben gevochten. Die ons laten zien hoe zij het destijds hebben gedaan. De strijd is niet iets wat ooit weggaat, omdat er altijd een macht zal zijn dat anderen zal uitbuiten. En er zal altijd een groep zijn die daartegen ageert. Ik put hoop uit de hoeveelheid mensen die zich door de jaren heen hebben ingezet om de wereld beter achter te laten dan ze het hebben gevonden. Ik ben blij dat ik omringd ben door mensen binnen de partij en daarbuiten die dat ook hebben omarmd.
Jeanette: Ik sluit me aan bij wat Rebekka en Quinsy zeggen. Ik put ook hoop uit de rolmodellen op belangrijke plekken. Ik volg de antiracismebeweging al jaren. De stappen die door hun gemaakt worden, daar put ik hoop uit. Ze laten zien dat het wel degelijk mogelijk is. Ik put ook hoop uit het partijprogramma van BIJ1. Ik werd echt enthousiast toen ik het voor het eerst las. Ik heb nog nooit politici horen praten over onderwerpen die ik belangrijk vind.
Grâce Ndjako studeerde Filosofie en Politicologie in Amsterdam en Parijs. Tijdens haar studie heeft zij zich vooral bezig gehouden met postkoloniale kwesties. Ze is momenteel onderwijsassistent niet-Westerse filosofie aan de Universiteit van Amsterdam. In het najaar verschijnt haar bijdrage in AfroLit: Moderne literatuur uit de Afrikaanse Diaspora samengesteld door Dalilla Hermans & Ebissé Rouw, een publicatie van Dipsaus Podcast en Uitgeverij Pluim. www.gracendjako.com